
bibliografie
- Vanuit mijn raam gezien (Franse verhalen, 2009)
- Verhoudingen (roman, 2007)
- The Memory Game (een Engelstalig libretto, 2005)
- Alle verhalen tot nu toe (verhalen, 2004)
- Op oude voet (verhalen, 2003)
- Oprechter trouw (roman, 2001)
- Recepten uit een oud archief (met Teunn, 2000)
- En maak het vooral niet te lang (met Gerben Wynia, 1997)
- Vanuit mijn raam gezien (met foto's van Elizabeth Mollison, 1996)
- Hartstocht (verhalen, 1991)
- De prijs per vel (verhalen, 1990)
- De Amerikaantjes (novelle, 1989)
- Een krans rozen en een zakdoek (verhalen, impressies en portretten, 1988)
- Een blauwe golf aan de kust (jazzherinneringen, 1986)
- Resten van jou (poëzie, 1986)
- Toen Reve nog Van het Reve was (herinneringen, 1985)
- Mijn naam is Garrigue (roman, 1983)
- Stampende mussen (verhalen, 1980)
- Misverstane huurders (kritieken, 1978)
- De stalmeesters, of Geheimhouding verzekerd (roman, 1978)
- Bon voyage, Napoléon (verhalen, 1976)
- Tweede druk (verhalen, 1975)
- Bang weer (verhalen, 1974)
- Lieve zuster Ursula (roman, 1969)
- Naakt twaalfuurtje (kritieken, 1967)
- Duivels oorkussen (verhalen, 1965)
- Onder schoolkinderen (verhalen, 1963)
- Het kwartet (roman, 1960)
- Consternatie (verhalen, 1956)
De bundel Rear Window and Other Stories (2002) bevat een aantal in het Engels vertaalde verhalen, waarvan we No Kidding in zijn geheel hebben opgenomen.
In 1964 kochten Henk Romijn Meijer en Elizabeth Mollison, een Australisch-Nederlands schrijversechtpaar, een huis in de Dordogne. Het Franse dorp en zijn bewoners zijn geportretteerd in zijn bekendste roman, Mijn naam is Garrigue, maar ook in vele verhalen. Kenner van het oeuvre Gerben Wynia koos samen met Elizabeth Mollison voor Vanuit mijn raam gezien de mooiste verhalen uit Bon voyage, Napoléon en Op oude voet. Daarnaast bevat deze bundel niet eerder gebundelde Franse verhalen van deze grootmeester van het korte verhaal.
"Romijn Meijer schrijft over onvolmaakte mensen die aandoenlijk hun best doen, al wordt ’t nooit wat. ‘Ik schrijf misschien vanwege een voortdurende verbazing, een voortdurend ongeloof dat de mensen zijn zoals ze zijn’, zei hij eens. Eigenlijk tart hij in zijn verhalen alle wetten van de goede short story. Er is meestal geen verhaal, geen noemenswaardige ‘plot’. Geen climax, geen pointe, geen ontlading. De verhalen beginnen op een willekeurig moment en na wat ordeloze dialogen, kleine gebeurtenissen en geestige sneren glijden we het schouwspel weer uit."
- ALEID TRIUJENS in DE VOLKSKRANT
Verhoudingen van Henk Romijn Meijer is een heerlijk ouderwetse roman over hunkering, waarin de kachel snort en iedereen brandt van verlangen. [...] Zonder meer een ontroerende roman, waarbij je soms niet weet of je moet lachen of huilen om het millimeter kleine leed dat de personages voortdurend treft.
- MAX PAM in HP/DE TIJD
Henk Romijn Meijer is een ‘weinig vleiende waarnemer van het leven’ constateerde T. van Deel in Trouw, maar ook een briljant stilist, die meer lezers verdient. Scherp, en vaak ook geestig, is deze nieuwe roman over een jonge student die op kamers woont in Amsterdam-West.
- TROUW
Buiten suist en zoemt de wereld [...] maar echt binnen komt die buitenwereld nooit. Dit is een roman als een gesloten kist. Heel soms glimt licht door kieren en naden naar binnen. Dan is het boek hartverscheurend mooi. Zoals deze roman als geheel als prestatie van formaat kan worden beschouwd. Koop dit prachtige boek.
-
ARIE STORM in HET PAROOL
Van een eenvoudig gegeven weet Henk Romijn Meijer een intrigerend liefdesdrama te maken. Met minimalistisch taalgebruik laat hij zien welke mooie tragiek er schuilt onder wellevend gekeuvel.
-
DANIËLLE SERDIJN in DE VOLKSKRANT
Achter de koele verhoudingen en het allengs beklemmender verhaal gaat grote tragiek schuil. [...] Die stiekeme, benauwde jaren vijftig spelen de hoofdrol […]. Het opgeslotene, onvrije van die tijd geeft de schrijver perfect vorm met het bedompte pension in Amsterdam-West en de huurflat ernaast, waar de twee hoofdpersonen wonen. [..] Dat anglofiele is niet vreemd voor een schrijver die stilistisch veel op heeft met Anglo-Amerikaanse auteurs. Grappig als hij is lees je dat aan kleinigheidjes. […] onnadrukkelijke humor als handtekening van de schrijver die […] al liet zien gefascineerd te zijn door menselijke relaties. [...] Nu wereldwijd een nieuw soort preutsheid gloort, is Verhoudingen niet een boek over de jaren vijftig, maar een actueel verhaal over bevrijding.



Het
titelverhaal Hartstocht van
deze bundel wordt beheerst door de hartstocht die tot liefde kan leiden,
zonder overigens een garantie in te houden.
In andere verhalen speelt hartstocht van een ongewoner soort de personages
parten: de passie voor het bezit van wapens of het bouwen van radio's
of een hartstochtelijk verlangen om het hoogste woord te voeren.
In Esther,
een oorlogsverhaal wordt een dienstmeisje bij de bevrijding
verliefd op een Engelse militair die met haar trouwen wil. Vol hartstocht
volgt zij Engelse lessen, maar eenmaal in Engeland ontdekt zij dat
haar verloofde iets voor haar heeft verzwegen.
Niet minder navrant is Van dingen die voorbijgaan,
dat het einde beschrijft van een hond die een dag te lang is blijven
leven.
Bert Kuipers in de IJmuider Courant: Henk Romijn Meijer is een kenner van de Angelsaksische literatuur en daarom denk ik dat hij de kunst afgekeken heeft van de Amerikaanse shory-story-beoefenaars bij uitstek: John Cheever en Raymond Carver. Het titelverhaal doet me qua opzet een beetje denken aan What We Talk About When We Talk About Love van de laatste. Maar wat zou dat, Romijn Meijer bezit een geheel eigen thematiek, al is daarin de Amerikaanse invloed duidelijk aanwijsbaar.



Met Mijn
naam is Garrigue brak Henk Romijn
Meijer in 1983 door naar het grote publiek. Het boek zou een nieuw
genre in de Nederlandse literatuur inluiden: de faction. Het is naar
vorm en stijl een psychologische roman, naar intrige een thriller,
maar gebaseerd op ware feiten.
Aad Nuis in Intermagazine: Mijn
naam is Garrigue is een reconstructie
van een gifmoord in 1874, maar meer nog een roman over giftige verhoudingen.De schrijver heeft zich gebaseerd op de 1200 dichtbeschreven foliovellen die het dossier van de rechtszaak vormen, en hij garandeert in zijn inleiding dat elk beschreven of vermeld feit waar gebeurd is. Het is met andere woorden het eerste Nederlandse voorbeeld van een genre dat in Amerika door Capote en Mailer bekend is geworden: de ′non-fiction novel′.
Anders dan bij de Amerikaanse auteurs gaat het om een onbekende en vergeten zaak, zodat Romijn Meijer de vraag wie de dader is als element kan gebruiken in de intrige, maar werkelijk belangrijk is dat element niet. Het gaat erom dat die doos met foliovellen een luik heeft geopend waardoor de achterkant van de dorpsidylle pijnlijk zichtbaar wordt. Het is niet de waarheid over de moord die ondubbelzinnig aan het licht komt, maar de waarheid over die kleine samenleving.
De bundel Stampende
mussen bevat twee grote novellen en vier kortere verhalen. Het is een zeer gevarieerde bundel door de verscheidenheid van setting en karakters. De verhalen spelen zich af in de negerbuurt van New Haven, maar ook in Antwerpen en Amsterdam, te midden van negers, jazzmusici, kunstenaars, oude vrouwtjes, gestoorde studentes en anderszins verslaafden.
In Stampende mussen komen zowel de satirische als de sombere kanten van Henk Romijn Meijer naar voren; karakteristiek is in alle gevallen de lichte distantie waarmee hij personen en gebeuren bekijkt en beschrijft.
Met deze bundel bewijs Henk Romijn Meijer dat hij tot de boeiendste en kundigste verhalenschrijvers van Nederland gerekend mag worden
Tom van Deel schreef in Vrij Nederland: Aandacht voor gewone gesprekken, voor gebeurtenissen die weinig spectaculair zijn, maar waarin toch, in de oppervlakte als het ware, iets aan het licht komt da t exemplarisch of symbolisch kan heten
De
literaire essays van Henk Romijn Meijer getuigen
van een persoonlijke literaire voorkeur, van persoonlijke ontdekkingen.
Ze zijn het tegendeel van 'recensies' of 'kritieken'. Of Henk Romijn
Meijer nu schrijft over Vonnegut of Updike, een lans breekt voor
Malamud of Delmore Schwartz, hij onderzoekt vooral het creatieve
proces. Zijn analyses van literaire werken en zijn interviews met
schrijvers onthullen essentiële dingen over hun oogmerken en
werkwijze.
In de bundel Misverstane huurders (de
titel verwijst naar de roman De huurders van Bernard Malamud,
volgens Henk Romijn Meijer in de kritiek doorgaans verkeerd begrepen)
zijn beschouwingen bijeengebracht over een aantal moderne Engelse
en Amerikaanse auteurs, zoals Malamud, Vonnegut, Updike, Bellow,
Roth, Auden, Sylvia Plath, zoals Alison Lurie, Flannery O'Connor,
en Marianne Moore.

Net als uit zijn eerdere werk blijkt ook uit de verhalen van Tweede
Druk dat Henk Romijn Meijer zijn twijfels heeft over het menselijk bestaan.
In Onder
schoolkinderen beschrijft hij op een toon van persoonlijke gekwetstheid
maar met de nodige humor de ervaringen van een jonge Nederlandse leraar aan
een school in Australië. Het leven op school lijkt zich in een soort onderwereld
af te spelen.
In Duivels oorkussen geeft hij een beklemmende beschrijving van het gebrek aan contact op de zaal van een Amsterdams ziekenhuis. Henk Romijn Meijer toont zonder pathos maar met oog voor de "ongrijpbare nuancen waaruit een brok werkelijkheid is samengesteld"(Huug Kaleis) de ontluistering die het leven daar - en elders- ondergaat.
Bij het verschijnen van Bang Weer in 1975 reageerde de kritiek opgetogen. Paul van 't Veer schreef in Het Parool dat de verhalen "ongetwijfeld tot het allerbeste Nederlandse proza behoren". Ab Visser vond dat Bang weer "tot de fascinerendste verhalenbundels van de laatste jaren gerekend moet worden" en Gerrit Komrij meldde dat de bundel "goddank" opvalt door zijn onopvallendheid.
In de vier verhalen die in deze bundel bijeengebracht zijn, verdwijnen voortdurend
mensen uit het leven. Ze sterven en laten een ander verdwaald achter,
ze verdwalen zelf, raken zoek in een wereldstad, verhuizen met de noorderzon,
waarschijnlijk om een schandaal te vermijden, of trekken zich terug binnen
een privé-wereld waarin zelfs geen psychiater wordt toegelaten.
Hoe sombder deze thematiek ook mag klinken, er is in deze uiterst geraffineerd geschreven verhalen een steeds verrassende humor aanwezig die de tragiek van de figuren relativeert en aanvaardbaar maakt.

Triest en vermakelijk, kritisch maar op een menselijk-ironische manier belicht Henk Romijn Meijer het reilen en zeilen binnen deze opvoedkundige gemeenschap, waar verhoudingen meer een kwestie van vermoeden en gerucht zijn dan werkelijkheid, en waar een ieder met de ander op gespannen voet leeft, in een 'staat van reddeloze onmin'.
Wam de Moor schreef erover in de Arnhemse Courant:
Romijn Meijer verstaat de kunst om uit allerlei kleine elementjes, de verhaaltjes, de scènes in de klas, de meesterlijke dialogen, een boeiend panorama te scheppen. Dat hij er geen roman van gemaakt heeft, is min of meer begrijpelijk. In de verhalen is de ik-figuur fotograaf, toeschouwer. Soms treedt hij even naar voren, maar hij is duidelijk niet de gene om wie het gaat.
In
muzikale verhoudingen komen jaloezie, wraakgevoelens,
ontrouw, ja 'echtbreuk' evenzeer voor als bij gewone menselijke relaties,
dat blijkt uit deze roman. Maar eveneens blijkt dat een amateur-musicus
zulke gevoelens niet uiten kan en mag, omdat hij er toch geen bezwaar
tegen kan hebben dat de cellist en de eerste violist uit zijn kwartet
ook eens in een ander kwartet spelen. Daardoor moet de tweede violist
zijn gevoelens wel opkroppen. Pas aan het eind van de roman ontlaat
zich de opgehoopte spanning, als de tweede violist erachter komt
dat alles anders was dan hij dacht. "Ze hadden hem een jaar lang
bedonderd achter zijn rug om, op de vuilste manier die hij zich kon
indenken." Het
kwartet is een geslaagd voorbeeld van het zeldzame verschijnsel muziekroman.
Ik vond het bij herlezing nog mooier dan ik me van vroeger herinnerde.
[...]
Uit het nawoord van Romijn Meijer blijkt dat de roman autobiografisch
is, en dat hij zelf de tweede violist van het kwartet was. Wie dat
nu weet kan des te meer bewondering hebben voor de ingehouden wijze
waarop hij zijn eigen rol in dit studentendrama heeft beschreven.
Maarten 't Hart in de NRC
Taken from various collections, the ten stories that constitute Rear Window and Other Stories span more than forty years of storytelling. Originally written
in Dutch, they range in subject from the liberation by Canadian troops
of the author's hometown Zwolle, to what can be observed from a window
of a skyscraper in mid-town New York. Whereas the New York in Consternation is
no more than a boy's dream springing from 'the real American swing'
played by Dutch musicians just after the war, the city (as it was before
9/11) taken on a very concrete form in Rear Window.
Set in Holland, Australia, England, France and the United States, the stories cover a variety of subjects and feature a variety of characters - ordinary yet unusual. They are nearly all of them somewhat at odds with the society in which they happen to live.
A reluctant schoolteacher teaches French to equally reluctant children
in Melbourne, Australia. An ageing happy-go-lucky jazz guitarist
buys himself a magnificent guitar so as to forget that his way of
playing is no longer wanted. A manic-depressive woman identifies
herself with Emily Dickinson to such an extent that she is fatally
lost to the world. A servant girl's promise of a better life is cruelly
broken. 'No Kidding' reflects on the joys and sorrows
of having (or not having) children. A brash and self-righteous jazz
musician makes a painful and humbling error of judgment and an old woman's
slip of the tongue allows us a glimpse of her dubious past.
Rear Window is the first collection by Henk Romijn Meijer to appear in English. Six of the stories were previously published in Wendy Lesser's The
Threepenny Review.